Maar inmiddels zijn we ons terdege bewust dat het allemaal niet zo voorbeeldig was en dat Nederland een belangrijke schakel vormde in de slavenhandel. Zo vervoerden in de 17e en 18e eeuw Nederlandse schepen meer dan 500.000 slaven naar de Verenigde Staten. En in het huidige Multatuli-jaar herinnert de schrijver van de Max Havelaar ons weer aan de onderdrukking en uitbuiting van de Javanen op de Nederlandse koffieplantages.
Helaas zien we wereldwijd dat er weinig veranderd is. Tegenwoordig is sprake van gedwongen arbeid, oftewel grootschalige slavernij, op visserijschepen in de Aziatische wateren. En veel mensen, waaronder kinderen, werken onder erbarmelijke omstandigheden in sectoren als de kledingindustrie, schoonmaak en landbouw.
En wie mocht denken dat wij Nederlanders inmiddels beter weten en deze praktijken bij ons niet voorkomen, komt bedrogen uit. In Uitgebuit doen de onderzoeksjournalisten van Investico een boekje open over de onderkant van de Nederlandse arbeidsmarkt. Veelal onttrokken aan het oog van de samenleving zijn duizenden, veelal buitenlandse, werknemers de dupe van mensenhandel, illegale arbeid en slechte werkomstandigheden.
Door bij de ingang van fabrieken te posten of anderszins contact te zoeken met individuele werknemers, horen de journalisten van een groot aantal slachtoffers hun schrijnende verhalen. Ze zijn onder meer werkzaam in distributiecentra van grote winkelketens, de toeristische binnenvaart, tuinbouw, horeca en vleesindustrie. Vaak zijn ze in het land van herkomst geronseld en komen ze via dubieuze of juist gevestigde, internationale, uitzendbureaus bij Nederlandse werkgevers terecht.
Als zwakke partij hebben ze natuurlijk weinig in te brengen over de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en hebben ze ook weinig aandrang of recht om hun beklag te doen bij officiële instanties. Ze verdienen niet alleen minder dan gebruikelijk in de betreffende branche. Vaak houdt de werkgever of het uitzendbureau ook de huur van het beschikbaar gestelde onderkomen in op hun loon. Een aantal van de geïnterviewden heeft blijvend lichamelijk letsel aan het werk overgehouden en is daardoor geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt.
De journalisten spreken ook met de andere kant: de werkgevers, uitzendbureaus en vertegenwoordigers van belangorganisatie en opsporingsdiensten. Omdat hun informanten meestal anoniem willen blijven hebben ze geen harde bewijzen die de betreffende werkgevers tot inkeer of schadevergoeding kunnen overhalen. Ronduit ontluisterend is dat de zaken die wel bij politie of justitie terecht komen, niet de gewenste afloop hebben wegens te weinig bewijs. Of domweg omdat werkgevers en uitzendbureaus door de mazen van de wet glippen. Ook constateren de auteurs dat de situatie van veel ZZP-ers, waaronder die van journalisten, weliswaar niet vergelijkbaar is, maar ook met veel onzekerheden en dubieuze regelgeving is omgeven.
Boeken als Uitgebuit bewijzen dat de onderzoeksjournalistiek een belangrijke en kritische rol heeft in het blootleggen van misstanden in de samenleving. Door bedrijven en instanties expliciet bij naam te noemen en officiële instanties te confronteren met halfslachtige wetgeving of procedures, treedt hopelijk verbetering op in de situatie van duizenden werknemers. Helaas is in het geval van Uitbuiting niet te verwachten dat dit snel gaat gebeuren.
Over Jan Boerstra
Jan Boerstra is senior organisatieadviseur en projectleider bij de provincie Flevoland.