Je hoeft er de deur niet meer voor uit: je brievenbus wordt vanzelf gevuld. Zet je televisie aan. Klap je laptop open of begin te swipen op je telefoon. Koop dit. Abonneer je hierop. Verzeker je goed. Ga sporten. Val af. 131 mensen gingen jou al voor... Geniet!
Al die advertenties, aanbevelingen, oproepen en berichten smeken om jouw aandacht. Jij, als uniek persoon, want jij hebt een goede smaak, jij gaat geen uitdaging uit de weg, want jij houdt van jou. Dat is in grove lijnen meestal het verhaal om je begeerte op te wekken. Om je geweten te laten spreken. Om je - in marketingtermen - te activeren.
Het neefje van Sigmund
Omdat het zo gewoon is, valt het soms nauwelijks meer op. Ooit, zo'n negentig jaar geleden, werd deze praktijk bedacht en ook beschreven. 'Moderne Propaganda is een consistente, langdurige inspanning om evenementen te creëren of te vormen, om zo de relaties van het publiek met een onderneming, een idee of een groep te beïnvloeden. [...] Werkelijk geen enkel belangrijk project wordt tegenwoordig uitgevoerd zonder die beïnvloeding, of het nu gaat om de bouw van een kathedraal, het doen van een gift aan een universiteit, het promoten van een film, de uitgifte van grote hoeveelheden obligaties of de verkiezing van de president.'
Aldus Edward L. Bernays in zijn boek Propaganda. Bernays (1891-1995) was een volle neef van de grondlegger van de psychoanalyse Sigmund Freud. Waar Sigmund Freud zich concentreerde op het individu, richtte zijn neef zich op de massa. Als geen ander begreep hij het belang van het werk van zijn beroemde oom: met inzichten uit de psychoanalyse bleek je grote groepen mensen te kunnen beïnvloeden en dus te manipuleren.
Propaganda wordt public relations
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte Bernays voor de Committee on Public Information van de Amerikaanse regering. Dit instituut propageerde de Amerikaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog en verkocht de oorlog onder de slogan Make the World Safe for Democracy. Na de Eerste Wereldoorlog bedacht Bernays dat als je het grote publiek een oorlog kunt verkopen, je het ook zeker producten van bedrijven en politieke ideeën kunt verkopen. Bernays werkte voor alle grote Amerikaanse bedrijven van de twintigste eeuw, van Procter & Gamble, de American Tobacco Company tot en met General Electric, van de Democratische Partij tot de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP).
In Propaganda beschrijft Bernays precies wat je moet doen om in het nieuws te komen. Enquêtes organiseren, bekendheden of autoriteiten inzetten om je product of idee te verkopen, of een evenement organiseren. Omdat propaganda na de Eerste Wereldoorlog zo'n slechte naam had gekregen, bedacht hij meteen een nieuwe benaming voor de propagandist: de public relations-adviseur.
Clickbaits en fake news
In de Verenigde Staten wordt Bernays geëerd als de vader van de public relations-industrie, en zijn bestseller Propaganda wordt gezien als een van de belangrijkste boeken van de 20ste eeuw. Nog voor de opkomst van televisie en ver voor de opkomst van internet en social media voorspelde hij: ‘Ik geloof dat er in de toekomst niet alleen een competitie tussen adverteerders van individuele producten of van bedrijfstakken zal bestaan, maar dat er daarnaast ook een competitie zal ontstaan binnen de propaganda zelf.'
Inmiddels leven we in die aandachtseconomie. Bernays laat zien hoe de publieke opinie wordt geregisseerd. Hoe politici, bedrijfsleven en belangenbehartigers de media gebruiken. En hoe dat uitgroeit tot een nieuwe werkelijkheid. Juist in deze tijd van soundbites, clickbaits, framing en fake news is de boodschap van deze klassieker verrassend actueel.
Deze eerste Nederlandse vertaling van Propaganda is van de hand van de journalist Tonie Broekhuijsen. Hij voorzag het tevens van een uitgebreide inleiding.