

Dirk AJ Coeckelbergh is een professionele duizendpoot en auteur van meer dan 1500 publicaties.
Meer over Dirk CoeckelberghDe vzw-obligatie
(Belgisch recht)
Paperback Nederlands 2022 1e druk 9789463713542Samenvatting
Een obligatielening is een handig financieringsmiddel voor een vzw. Ze hoeft niet bij banken aan te kloppen of op onzekere subsidies te wachten, maar haalt het geld op bij particulieren die het project doorgaans een warm hart toedragen. In dezelfde beweging worden de banden met de leden of het doelpubliek nauwer aangehaald.
Vrij uniek voor België is dat vzw-obligaties reeds honderd jaar bestaan. Over de precieze verplichtingen is vreemd genoeg weinig geschreven. Het wijdverbreide misverstand is daardoor gegroeid ‘dat vzw’s vrij zijn om te informeren over hun obligatieleningen hoe ze willen’. Met als gevolg dat in de praktijk heel wat fout gaat bij de uitgifte van deze obligatieleningen.
Dit boek maakt komaf met deze en andere misverstanden. Het behandelt de uitgiftepraktijk, het juridische kader, boekhoudkundige aspecten, fiscaliteit, FSMA-toelating, assistentie door derden, kostprijzen en economische logica’s, mogelijke doelpublieken, renteformules en vergoedingsformules.
Het boek biedt eveneens een model aan voor een infonota van een obligatielening. Het gaat ruim in op de mogelijkheid van een openbare uitgifte met prospectus, een vergoeding in natura, een beursgenoteerde uitgifte, een uitgifte aan toonder, een gedematerialiseerde uitgifte en thesauriebewijzen. Ook de recente zogenaamde ‘kleurenobligaties’ komen aan bod.
Deze uitgave is een uniek referentiewerk voor juristen, fiscalisten, advocaten, consultants, notarissen, boekhouders en vzw’s.
Dirk A.J. Coeckelbergh studeerde Rechten, Politiek-Sociale wetenschappen, Innovatieve marketing, Cultuurmanagement en Vredesmanagement. Van hem verscheen eerder bij Gompel&Svacina het ‘Praktijkboek voor de vzw’.
Trefwoorden
Specificaties
Thema classificatie
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
1. Aanleiding 11
2. Definitie van de vzw-obligatie 12
3. Situering van de vzw-obligatie in de financieringsmix van de vzw 14
4. Situering van de vzw-obligatie in het speelveld van de obligatiemarkten 16
5. Situering van de vzw-obligatie in het speelveld van de beleggingsinstrumenten 18
6. Situering van de feitelijke vzw-obligatiemarkt in België 18
6.1 De studie van Marchand & Cayrol 18
6.2 Onze studie (2021) 19
6.2.1 Oplijsting obligatieleningen 19
6.2.2 Facts en figures uit obligatieleningen 20
6.2.3 Conclusies rond obligatieleningen 24
6.2.4 Conclusies rond de markt van de vzw-obligatieschuldenaars 24
6.2.4.1 Sectorverhoudingen 24
6.2.4.2 Provinciale verhoudingen 25
6.2.4.3 Anciënniteitsverhouding 25
6.2.4.4 Stopzettingsratio 26
6.2.4.5 Aanwezigheidsratio in absolute termen 26
6.2.4.6 Aanwezigheidsratio in relatieve termen 31
6.2.5 Generieke conclusies rond het legale en technisch conform karakter van vzw-obligatie-uitgiftes 32
6.2.5.1 Vzw-obligaties zonder zichtbare begeleiding 33
6.2.5.2 Vzw-obligaties geplaatst via alternatieve financieringsplatformen 33
6.2.5.3 Vzw-obligaties uitgegeven door vzw-adviesinstanties 33
6.2.5.4 Taalrolverschillen 33
7. Een blik over de grens: Nederland 34
I. Obligaties: voorwaarden in het Belgisch recht 37
1. Noodzakelijke voorwaarden in de praktijk 37
2. Formele bronnen rond obligaties uitgegeven door vzw’s 39
3. Geregelde materies voor vzw-obligaties 47
3.1 In het WVV – nietigheid van obligaties 47
3.2 In het WVV – beraadslaging in beraadslagende vergaderingen van obligatiehouders 48
3.2.1 Regels van beraadslaging 48
3.2.2 Nietigheid van besluiten 48
3.2.3 Kwijting en het misbruik van minderheid 52
3.3 In het WVV – inhoudelijke vermeldingen 53
3.4 In het WVV – handtekeningen 56
3.5 Toepassing van het WVV in de tijd op obligatieleningen 57
3.6 Interveniërende officiële regulatoren, toezichthouders en facilitatoren 57
3.7 Financiële reglementering en haar kader in België in samengevat perspectief begin 2021 58
3.7.1 Algemene regel: prospectusplicht of informatienota 59
3.7.2 Vertaling naar het Belgische recht 63
3.7.3 Prospectusplicht: uitzonderingen op basis van de aard van de uitgever 64
3.7.4 Prospectusplicht: uitzonderingen op basis van de typologie van het aanbod van de uitgifte 65
3.7.5 Praktische schema’s voor emittenten en vzw’s 69
3.7.6 Type case 1: de vzw-obligatie-emissie met beursintroductie 70
3.7.6.1 Waar? 70
3.7.6.2 Praktijkrelevantie en juridische toets 71
3.7.6.3 Belangenverenigingen 72
3.7.6.4 Specifieke commentaren rond regulering 73
3.7.6.5 Recente trends en ontwikkelingen 85
3.7.7 Type case 2: de vzw-obligatiemissie met als doel de financiering van het nastreven van haar belangeloos doel, zonder prospectus, zonder notering, bestemd voor het grote publiek 98
3.7.7.1 Belangeloos doel 98
3.7.7.2 Looptijden 108
3.7.7.3 Vergoeding 108
3.7.7.4 Vergoedingsbetaling – in de tijd 143
3.7.7.5 Vergoedingsberekening – formules 144
3.7.7.6 Vergoeding bekeken vanuit het standpunt van de geldschieter 145
3.7.7.7 Terugbetaling kapitaal 157
3.7.7.8 Vorm: papier of gedematerialiseerd, op naam of aan toonder 162
3.7.7.9 Toepasselijk recht 177
3.7.7.10 Bevoegde rechtbanken en alternatieven 178
3.7.7.11 Voorlichting investeerders 180
3.7.7.12 Vzw-obligaties met als doel de financiering van het nastreven van haar belangeloos doel, zonder prospectus en zonder notering: wat kan/moet fiscaal? 203
3.7.7.13 Vzw-obligaties met als doel de financiering van het nastreven
van haar belangeloos doel, zonder notering en zonder prospectus én zonder informatienota: wat kost dat? 212
3.7.7.14 Vzw-obligaties en boekhoudkundige verwerking 220
II. Obligaties: valstrikken en valkuilen in de praktijk 229
1. Verkeerde begeleiding 229
2. Verkeerde pricing 230
2.1 Factor 1: het geviseerd doelpubliek 231
2.2 Factor 2: het gezochte bedrag 231
2.3 Factor 3: de looptijd 232
2.4 Factor 4: het risico 232
2.4.1 Wetten rond risico’s inzake (obligatie)financiering voor vzw’s 234
2.4.2 Het vzw-obligatierisico in traditionele risicoclassificaties 235
2.4.3 De praktijken rond borgingssystemen inzake geloofwaardigheid in financiering van vzw’s 235
2.4.3.1 Overzicht van de borgingspraktijken en -systemen 236
2.4.3.2 Borgingspraktijk 1: de sectoriële erkenning en/of subsidiëring door de overheid 237
2.4.3.3 Borgingspraktijk 2: de erkenning door de fiscus als partner voor giften 237
2.4.3.4 Borgingspraktijk 3: fiscale voordelen op obligatieleningen 237
2.4.3.5 Borgingspraktijk 4: de samenwerking met de KBS-FRB als partner 245
2.4.3.6 Borgingspraktijk 5: lid van een ethische engagementsclub 246
2.4.3.7 Borgingspraktijk 6: toetreden tot zgn. open boeken 246
2.4.3.8 Borgingspraktijk 7: federatief of zelfs nog hoger de krachten bundelen 246
2.4.3.9 Borgingspraktijk 8: borging van individuele verenigingsdata 247
2.4.3.10 Borgingspraktijk 9: participatieve werking 248
2.4.3.11 Borgingspraktijk 10: het gebruik van non-profitadviseurs voor de montage van de lening 248
2.4.3.12 Borgingspraktijk 11: het gebruik van een of meerdere banken bij de montage en/of distributie van een obligatielening 249
2.4.3.13 Borgingspraktijk 12: het gebruik van een erkend alternatief financieringsplatform bij de distributie van de obligatielening 251
2.4.3.14 Borgingssysteem 13: het gebruik van vermogens- en fondsenbeheerders bij obligatie uitgiften 252
2.4.3.15 Borgingssysteem 14: het gebruik van externe boekhoudkantoren en externe accountants bij obligatie-uitgiften 253
2.4.3.16 Borgingssysteem 15: het gebruik van gereputeerde advocatenkantoren voor obligatieleningsuitgiften 253
2.4.3.17 Borgingssysteem 16: het gebruik van labelling, certificatie en charters 254
2.4.3.18 Borgingssysteem 17: het gebruik van rating 268
2.4.3.19 Borgingssysteem 18: het gebruik van een zakelijke of persoonlijke of negatieve zekerheid 268
2.4.3.20 Borgingssysteem 19: vermelding van andere instellingen (overheden of private partners) op de documentatie van de obligatielening 270
2.4.3.21 Borgingssysteem 20: lottrekking voor vervroegde kapitaalsterugbetaling in het voordeel van de investeerders 270
2.4.3.22 Borgingssyteem 21: toegang voor private beleggende burgers in PPS 276
2.4.3.23 Band tussen borgingssystemen en fondsenwerving? 278
2.4.3.24 Band tussen borgingssystemen en obligatieleningen? 278
2.4.4 Het vzw-obligatierisico in de perceptie van de F’s & L’s 281
2.4.5 Door vzw’s en adviseurs naar voren gebrachte perceptie inzake risico 281
2.4.5.1 Geen expliciete omschrijving als ‘hoog risico’ 281
2.4.5.2 Hoog risico 282
2.4.6 Het vzw-obligatierisico in de vorm van gerealiseerd risico 282
2.4.6.1 Algemene principes uit studies 282
2.4.6.2 Vertaalt zich dat in voorzichtiger investeringsgedrag bij vzw’s? 284
2.4.6.3 Vertaalt zich dat in minder agressief kredietgedrag bij vzw’s? 285
2.4.6.4 Vertaalt zich dat in lage(re) faillissementsratio’s bij vzw’s? 285
2.4.6.5 Vertaalt zich dat in lage defaultratio’s bij vzw-obligatieleningen? 286
2.4.6.6 Vertaalt zich dat in lage ontbindingsratio’s bij vzw’s die obligatieleningen uitgaven? 286
3. Verkeerd of inopportuun lanceringsmoment 288
3.1 ‘All-in one’ intern met minstens vaak praktische gevolgen 288
3.2 Parallelle interne wijzigingen met mogelijke juridische gevolgen 288
3.3 Parallelle externe wijzigingen 288
3.4 Mogelijk interveniërende marktfactoren 289
4. Gebrekkige informatie 290
4.1 Kafka en kakofonie 290
4.2 Juridisch verkeerde informatie 293
4.2.1 In de tekst van de obligatielening of informatienota 293
4.2.2 In de tekst van adviezen, publicaties en bijdragen rond obligatie-emissies 294
4.3 Onvolledige informatie 295
4.4 Gekleurde en/of verwarrende informatie 296
4.5 Andere informatie dan de informatie die men vindt in de statuten of informatie tegen de statuten in of anders dan de statutaire informatie 297
4.6 Verouderde informatie 298
4.7 Tegenstrijdige informatie 298
5. Gebrek aan professionele ondersteuning 298
5.1 Advies 298
5.2 Montage, distributie en administratieve afhandeling 299
5.3 Wie doet vandaag wat? 299
5.4 Gevolgen van wie doet vandaag niet wat? 301
5.4.1 Concentratie: verschuiving van spelersdiversificatie naar professionalisering, netwerkvorming, spelersconcentratie 302
5.4.2 Profitisering: verschuiving van non-profit naar profitvorm 302
5.4.3 Vermarkting: verschuiving van (non-)profit naar medewerkerskapitaalsparticipatie 304
5.4.4 Samenwerking en partnerships tussen profit en non-profit 305
5.4.5 Nationaliteitsverandering: verschuiving van binnen- naar buitenland 305
5.4.6 Vermarkting: verschuiving van non-profit buiten beurs naar beursprofit 306
5.4.7 Renaissance van interesse: verschuiving van weinig interesse naar veel interesse 307
6. Gebrek aan expliciete regeling van rechten en plichten van obligatiehouders 307
6.1 Rechten 307
6.2 Plichten 308
6.3 Wettelijke beperkingen en fallbacks op deze rechten en plichten bij door particulieren onderschreven obligaties 309
6.3.1 Contractuele vrijheid van de bepaling van de rentevoet en het rentevoetmechanisme 309
6.3.2 Geen bepaling van rentevoet en geen bepaling van afwezigheid van rentevergoeding 310
6.3.3 De renteperiodes 310
6.3.4 Verschuldigde rente na niet-betaling van kapitaal 311
6.3.5 Verbod van rente op rente 312
6.3.6 Is kwijting van kapitaal ook kwijting over rente? 312
6.3.7 Betaling per vergissing van onverschuldigde rente 313
6.3.8 (Bewuste) betaling van onverschuldigde rente 314
6.3.9 Betalen van schadevergoeding bij laattijdige betaling van rente 316
6.3.10 Is er een limiet op het betalen van een bepaalde schadevergoeding bij laattijdige betaling van rente? 316
6.3.11 Moratoire interesten bij laattijdige rentbetalingen 317
6.3.12 Is korting op rente bij tijdige betaling mogelijk? 318
6.3.13 Wat als de duurtijd van de obligatielening niet wordt vermeld? 319
6.3.14 Moet aparte vermelding van terugbetalingen van kapitaal tijdens de looptijd en op eindvervaldatum en van betaling van rente en aparte vermeldingen van de rente bedongen voor de wedersamenstelling van het kapitaal? 319
6.3.15 Is eeuwigdurend echt eeuwigdurend? 321
6.3.16 Wat met een eeuwigdurende obligatielening zonder vervroegde terugbetalingsopeisbaarheid? 322
6.3.17 Wat met het recht op een nieuwe titel bij eeuwigdurende leningen? 323
6.3.18 Wat bij een obligatielening zonder vervroegde terugbetalingsmogelijkheid? 324
6.3.19 Wat met funding loss? 326
6.3.20 Wat indien de mogelijkheid van inkoop van eigen obligaties niet is vermeld? 327
6.3.21 Het verbod op onrechtmatige bedingen 329
7. Gebrek aan regeling van een Algemene Vergadering van Obligatiehouders 331
7.1 Oplossing 1: toepassing van het gemene (verbintenissen)recht 332
7.2 Oplossing 2: voorzien van doorverwijs mutatis mutandis naar de regels voor vennootschappen 333
7.3 Oplossing 3: voorzien in regels in de obligatievoorwaarden zelf 333
7.3.1 De AVO en haar samenroeping 333
7.3.2 De AVO en haar vergadering 334
7.3.3 De AVO en haar deliberatie 334
7.3.4 De AVO en haar beslissingen en meerderheden 334
7.3.5 Kan de AVO alleen beslissen? 336
7.3.6 De AVO en beslissingen rond modaliteiten voor de toekomst 336
7.3.7 De AVO en beslissingen rond de obligatielening anders dan modaliteiten maar voor de toekomst 337
7.3.8 De AVO en beslissingen over het verleden en zgn. verworven rechten? 337
7.3.9 De AVO, de AV, het bestuursorgaan en het orgaan van dagelijks bestuur 338
7.3.10 De AVO en deelname zonder stemrecht/met adviesrecht aan de
AV (der stemgerechtigde leden van de vzw) 339
7.4 Oplossing 4: voorzien in regels in de statuten van de vzw zelf 340
8. Beslissing door een niet-bevoegd orgaan 341
Verantwoording 343
Verklarende woordenlijst – Lexicon 345
Trefwoordenregister 365
Literatuurlijst 391
Over de auteur 407
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan