Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Het leven als een kosten-batenanalyse

In Alles heeft een prijs laat New York Times-journalist Eduardo Porter zien hoe economische beslissingen in praktisch alle opzichten ons doen en laten bepalen. Daarmee geeft hij een fascinerend inzicht in de prioriteiten van onze samenleving.

Jeroen Ansink | 8 juni 2011 | 3-4 minuten leestijd

Twintig jaar geleden publiceerde de Wereldbank een memo met de suggestie om chemisch afval voortaan maar naar ontwikkelingslanden te exporteren. Het risico op bepaalde vormen van kanker, zo betoogde de toenmalige chef-econoom Larry Summers, kan beter worden afgewenteld op een populatie waarvan twintig procent het vijfde levensjaar niet haalt, dan op een bevolking die zo lang doorleeft dat dit soort ziektes zich uiteindelijk wél manifesteren. Het idee werd, wellicht niet verbazendwekkend, weggehoond.

Toch had Summers ergens wel gelijk, stelt New York Times-journalist Eduardo Porter, die de anekdote heeft opgetekend in zijn boek Alles heeft een prijs. Mensen maken dit soort kosten-batenanalyses namelijk continu. Of het nu gaat om het stichten van een gezin of om het aanhangen van een bepaald geloof. Zelfs het leven blijkt een prijs te hebben, al staan we daar liever niet te veel bij stil. Wie bijvoorbeeld een salarisverhoging van honderd euro per jaar accepteert voor een baan die de kans op overlijden met een duizendste procent verhoogt, waardeert zijn of haar eigen leven op 10 miljoen (100.000 maal 100) euro.

Economische beslissingen bepalen daarnaast ook de richting van de geschiedenis. De slavernij werd in de Verenigde Staten volgens Porter niet afgeschaft omdat Amerikanen ineens betere mensen waren geworden, maar omdat er door de toegenomen immigratie een overschot aan arbeid was ontstaan. Het werd met andere woorden goedkoper om mensen in dienst te nemen dan om ze te kleden, te voeden, en in ketenen te klinken.

Het idee dat marktwerking niet alleen ons uitgavenpatroon maar zelfs onze menselijkheid bepaalt, zal niet voor iedereen comfortabel zijn. Het geeft ons echter wel een dieper inzicht in onze cultuur en de prioriteiten die we als samenleving stellen. Neem de ‘war on terror’ waaraan de Verenigde Staten in de zeven jaar na elf september driehonderd miljard hebben uitgegeven. Met deze investering zijn volgens een onafhankelijke analyse tussen de 500 en pakweg 5000 dodelijke slachtoffers voorkomen, waarmee een burgerleven voor het departement van Homeland Security tussen de 64 tot 600 miljoen dollar waard is. Vergelijk dat met de 7,5 miljoen dollar die de Environmental Protection Agency van dezelfde Amerikaanse overheid uittrekt om een sterfgeval te voorkomen. Het is kennelijk acht tot tachtig keer aanvaardbaarder om te sterven door een verziekt milieu dan door de handen van een terrorist.

Consumenten zijn op eenzelfde manier inconsequent in hun uitgavenpatroon. Marktransacties geven ons namelijk niet zozeer geven wat we willen maar wat we dénken dat we willen, zegt Porter. Zo kan het gebeuren dat we bereid zijn om een uur in de file te staan om twintig dollar korting te krijgen op een trui van honderd dollar, maar niet om hetzelfde bedrag te besparen op een computer van duizend dollar.

We blijken daarnaast ook een afweging te maken tussen tijd en geld. Vrije tijd is voor een 45-jarige met een drukke baan en een goed salaris een stuk waardevoller dan voor een werkloze jongere die pas is afgestudeerd. Vandaar dat supermarkten in wijken waar veel gezinnen met jonge kinderen wonen hogere prijzen rekenen voor exact dezelfde producten dan hun filialen in studentenbuurten. Toch weet zelfs het bedrijfsleven dit soort prijsdifferentiaties niet altijd voor honderd procent uit te buiten: zo liep het idee van Coca Cola om een automaat te ontwikkelen die een gekoeld blikje op warme dagen automatisch duurder maakt, op een jammerlijke mislukking uit.

‘Alles heeft een prijs’ staat vol met dit soort fascinerende inzichten. Een absolute aanrader voor eenieder die zichzelf - en de medemens - als een homo economicus beschouwt.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden