In De Veranderfilosoof stelt Daniël Wolfs vragen. Hij is op zoek naar de kern van verandering en neemt me mee langs allerlei inzichten en ideeën. Van entropie tot deconstructie, van Reddit tot andersheid. Bereid je voor, je moet nadenken.
Wat is filosofie? In mijn boekenkast staat een groen, linnengebonden boek uit 1960 met deze titel, van de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset. Het meest opvallende aan dat boek – een verzameling van zijn lezingen – is dat hij daarin geen antwoord geeft op de titelvraag. De vraag blijft, dat is het antwoord.
propvol ideeën en perspectieven
Daniël Wolfs stelt vragen over veranderen in organisaties. Al schrijvend zoekt hij naar de kern van verandering, zo laat hij weten. Hij zegt erbij dat hij me naar uithoeken meeneemt, verschillende inzichten laat zien. Is dat een waarschuwing voor een al te chaotisch boek? Is de titel (De Veranderfilosoof) een toespeling op het populaire idee van een filosoof als wereldvreemd en warrig? Of is het een uitnodiging om verandering filosofisch, dus kritisch, te benaderen? Zeker is dat Wolfs een dik boek heeft afgeleverd, propvol met ideeën en perspectieven. Ik raad aan om het niet in één keer te lezen, maar erin te grasduinen en een interessant onderwerp te kiezen, te lezen en te overdenken.
Vier vragen
Wolfs stelt een vraag centraal in elk van de vier delen van dit boek. Ik noem ze even:
- Doen we de goede dingen?
- Waarom veranderen we (niet)?
- Nemen we voldoende tijd voor verandering?
- Vinden we elkaar nog, of is de kloof te groot?
Het valt op dat elk van de vier vragen een dualistische grond heeft. Dit geeft het vermoeden van een polair en causaal wereld- en organisatiebeeld. Want dit soort vragen dwingt tot een eenduidig antwoord. We doen wel of niet de goede dingen, we nemen wel of niet voldoende tijd voor verandering. Zelfs die ene waarom-vraag verdeelt de realiteit, in een wel of niet veranderen. Wolfs ontwijkt gedeeltelijk de dualiteit. Met de vragen als beginpunt doet hij wat hij belooft: meanderen langs ideeën. Hij bevestigt hiermee dat het niet gaat om het directe antwoord, maar om het zoeken naar dat antwoord.
Associatief
Het zoeken naar antwoorden doet Wolfs op een associatieve manier. Hij gebruikt voorbeelden uit documentaires, borduurt verder op filosofische ideeën en maakt gebruik van natuurkundige principes. Dat associëren heeft voor- en nadelen. Wolfs baseert het meeste van de eerste hoofdstukken op een documentaire die hij heeft gezien. De docu gaat over een man die opgroeide in een ernstig disfunctioneel gezin, maar ondanks alles een goed leven heeft opgebouwd. Omdat ik de documentaire niet heb gezien, moet ik het doen met de beschrijving die Wolfs geeft. Het geeft me het gevoel dat ik de essentie mis van wat hij wil zeggen. Alsof er een emotie bij de voorbeelden hoort die ik niet kan ervaren. Het zorgt voor een paradoxale start van dit boek. Moeizaam door het breed beschreven maar onbekende voorbeeld, maar tegelijk uitnodigen door persoonlijke associaties.
De ideeën in de eerste hoofdstukken overtuigen me niet. Glimpse of reality, belangrijk in het eerste hoofdstuk, krijgt weinig onderbouwing. De Glimpse is het moment dat alles op zijn plaats valt, en je opeens ziet hoe het zou kunnen zijn. Een soort Freudiaanse aha-erlebnis. Maar Wolfs weet het niet voorbij de individuele beleving te tillen. Wat kun je doen wanneer een ander MT-lid een andere Glimpse heeft ervaren?
Wolfs op zijn best
In de loop van het boek herstelt Wolfs. Hij raakt thuis in zijn rol en neemt me alinea’s lang mee in sterke denkbeelden. Niet elke auteur durft de (geloofs)sprong van Kierkegaard toe te passen in de context van verandertrajecten. Of de inzichten van Gadamer over ervaring daarin toe te passen.
Wolfs is op zijn best wanneer hij schrijft over deconstructie. Om dat te doen leent hij dubbel. Hij parafraseert David Boje, die op zijn beurt de ideeën van postmodern filosoof Derrida toegankelijk maakt. Deconstructie gaat om de mogelijkheid van meerdere betekenissen, door op verschillende manieren te kijken. Wolfs noemt zeven manieren, met als doel de kern van verandering op het spoor te komen. Drie voorbeelden zijn: kritisch zijn op hiërarchie, stem van de rebel en vind de uitzondering.
Je hoeft het niet met hem eens te zijn
Wolfs weet grotendeels zijn eigen advies op te volgen: een paragraaf van hoofdstuk 13 heeft zes (!) keer het woord ‘balans’ als titel. Hij heeft geprobeerd die balans weer te geven door te erkennen dat veranderen een kwestie is van doen, maar dat het niet kan zonder denken. Zijn boek is geen how-to en geen pseudo-spirituele feelgood-nonsens. Het is een vorm van hardop denken door een man die van verandertrajecten zijn werk heeft gemaakt en in een soort memoires mijmert, stelling neemt en kritisch kijkt. Je hoeft het niet met hem eens te zijn, daar is De Veranderfilosoof niet voor bedoeld. Als je zijn voorbeeld maar volgt en nadenkt waarom je dingen doet in je organisatie.
Over Hans de Witte-van Mierlé
Hans de Witte - van Mierlé is coach, projectmanager en trainer. Hij werkt in het sociaal domein, met als specialisaties participatie, gedragsverandering, brede samenwerking en transitietrajecten.