Arnold Timmerman en Ingrid Groot prikkelen door de lezer een spiegel voor te houden, ze geven sprekende praktijkvoorbeelden en bieden perspectief om een andere weg in te slaan. Er is kritiek op de ‘gevestigde orde’ en de lezer krijgt de wildgroei aan opleidingen en certificeringen in een ander licht te zien. Het is echter geen boek dat voorschrijft hoe het wel zou moeten. In het boek worden dillema’s voorgelegd, vragen gesteld en succesverhalen gedeeld. De lezer geeft het boek zelf kleur door eigen uitdagingen, ervaringen, antwoorden en een kritische zelfblik. In mijn optiek is dit relatief kleine boekje van 100 pagina’s een meesterwerk op zich. De auteurs duiken direct het diepe in door relevante vragen voor te leggen die bij iedere professionele coach spelen. In no-time krijgt de lezer hierdoor een spiegel voorgehouden en start een zoektocht naar wat Meesterschap in coaching behelst. Bestaande aannames worden kritisch onder de loep genomen en nieuwe perspectieven worden geboden.
De auteurs zelf geven aan geen nieuwe methode te willen prediken, maar slechts de ‘alchemistenketel grondig schoonmaken en ondersteboven keren’ om de kijk op coaching weer helder te krijgen. In ieder hoofdstuk stellen de auteurs een van de huidige overtuigingen van coaching centraal. In 11 hoofdstukken worden de gangbare paradigma’s en ‘regels’ aan de orde gesteld. Zo worden achtereenvolgens thema’s als verantwoordelijkheid, controle, opleiding, maar ook verlichting onder de loep genomen. Er zijn veel vragen die aanzetten tot nadenken. Weinig antwoorden, de auteurs geven meerdere malen aan dat zij de wijsheid niet in pacht hebben en zelf hèt antwoord niet weten. Ze bieden wel een mooie kijk op hun eigen visie en geven inspirerende voorbeelden om zelf antwoorden te kunnen vinden. De rode draad in het boek is af en toe wat lastig te volgen. Regelmatig wordt teruggegrepen op informatie uit eerdere hoofdstukken, maken de auteurs kleine zijstappen of worden open deuren ingetrapt. Het verhaal lijkt hierdoor soms een beetje vaag en van de hak op de tak te gaan. Het irriteert niet, maar zorgt af en toe voor verwarring. Die verwarring wordt in het boek ook gezaaid door de vele paradoxen. Want hoe kun je een cliënt aangeven ‘het niet te weten’, als die cliënt zaken met je doet vanwege jouw kennis en kunde? Kan dit en wat zijn de gevolgen? Hoe kun je committeren aan een zeker resultaat als je de coaching intuïtief laat gebeuren, het zou zomaar kunnen dat je ergens anders uitkomt dan waar je vooraf afspraken over maakt. En wat als het resultaat al na één gesprek is bereikt of de cliënt jaren na het coachtraject ‘opeens’ het inzicht krijgt uit de gesprekken? Hoe ga je hiermee om, wat mag en kun je daarvan vinden? Allemaal paradoxen die uitlokken tot zelfreflectie en het beroep zelf af en toe, met een knipoog, een beetje op de hak nemen. Dit boek zal ervaren coaches zeker aanspreken. Ook trainers en andere begeleiders van professionals kunnen uit dit boek inspiratie halen. Zelf heb ik het boekje direct doorgegeven aan een collega-coach. Het bracht in de gesprekken over ons vak direct verdieping tot stand en het leidde tot verdere inzichten. Arnold Timmerman en Ingrid Groot zetten met dit boek de vakman/ vakvrouw vol in het licht van de bouwlampen. De ervaren begeleider wordt hierdoor kwetsbaar, maar krijgt helder zicht en inspiratie om voor zichzelf te bepalen op welke manier de weg naar meesterschap kan worden vormgegeven. ‘Meesterschap in coaching’ is een waardevolle en onthullende gids voor de persoonlijke ontwikkeling van coaches. Een dikke aanrader voor eenieder die verder wil komen in zijn vak of denkt al meester te zijn.