Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Garrie van Pinxteren

‘Als je in China iets wilt wat China niet wil, dan lukt het niet.’

Meer persoonlijke vrijheid. Veel economische groei. Toch zijn veel Chinezen niet gelukkig met wat er de laatste dertig jaar in hun land gebeurde. Want niet de besten werden rijk, maar de mensen met de beste contacten met de communistische partij. Garrie van Pinxteren, onder meer China-correspondente bij de NOS, schreef een beklemmend boek over het land waar ze nu al 25 jaar regelmatig komt.

Annegreet van Bergen | 7 juli 2008 | 9-13 minuten leestijd

Toen Van Pinxteren het boek China, centrum van de wereld schreef, was het alsof ze foto’s aan het inplakken was. Ze ordende een verzameling momentopnames tot een logisch verhaal. Pas terug in Nederland kon China-correspondente Garrie van Pinxteren alles plaatsen wat ze in China had waargenomen. Afgelopen mei was ze weer een paar weken in Nederland en vertelde ze over het boek dat ze dik een jaar eerder schreef als – voorlopige – afsluiting van haar correspondentschap.

Het is een prachtig, in- en overzichtelijk boek geworden. Zonder opsmuk en in een heldere stijl schetst Van Pinxteren aan de hand van de geschiedenissen van mensen van vlees en bloed een beeld van China’s jongste geschiedenis. Van het enorme land, waarin op miraculeuze wijze een almachtige communistische partij en een bikkelharde markteconomie naast elkaar kunnen bestaan. Het merkwaardige duo zorgt bovendien voor een groeispurt die zijn weerga niet kent.

‘China, centrum van de wereld’ is ook een beklemmend boek. Want Van Pinxteren vertelt niet alleen de adembenemende succesverhalen van Chinezen die in korte tijd steenrijk zijn geworden. Ze laat de lezer ook meevoelen met rechteloze boeren en andere pechvogels die geen goede contacten met de Partij hebben, tussen wal en schip vallen en geen enkele instantie hebben waarop ze een beroep kunnen doen om hun recht te halen. Ook staat ze stil bij mensen die gelaten wachten op schoon drinkwater wanneer, als gevolg van het zoveelste milieuongeluk, hun kraanwater is vervuild.

Dilemma’s

Aan de hand van zeer uiteenlopende concrete gebeurtenissen schetst Van Pinxteren de dilemma’s waarvoor de Chinese overheid staat. De aanscherping van milieumaatregelen is bijvoorbeeld niet zonder risico’s. Verscherping van de regels betekent in eerste instantie minder economische groei en vermindering van de internationale concurrentiekracht. Het land heeft die hoge groei echter nodig om nieuwe banen te scheppen voor de talloze boeren die naar de stad trekken. Want zonder voldoende werk ontstaat er een sociale instabiliteit die voor het voortbestaan van de huidige machtsstructuren minstens zo bedreigend is als nieuwe milieurampen.

Van Pinxteren: "Pas toen ik in Nederland dit boek schreef, kreeg ik een coherent beeld van wat er in China gebeurt. In China werd ik daarvoor te veel afgeleid. In de eerste plaats door het nieuws dat ik dagelijks moest volgen. In de tweede plaats doordat je, wanneer je diep in zo’n land zit en er veel van weet, het Nederlandse perspectief dreigt te verliezen. Je kijkt steeds minder met buitenlandse ogen naar wat er gebeurt. Terwijl het alleen zin heeft om daar als correspondent te zitten, wanneer je dingen kunt uitleggen aan mensen die met Nederlandse vragen zitten."

Zakendoen in China

Het meest indringende beeld dat uit ‘China, centrum van de wereld’ oprijst, is het ontbreken van een scheiding der machten. De wetgevende, rechtsprekende en uitvoerende macht worden alledrie aangestuurd door één en dezelfde communistische partij. In hoeverre is die alomtegenwoordigheid van de partij ook merkbaar in het gewone leven?

Van Pinxteren: "Als journalist heb je een gevoelig beroep. Ik kan bijvoorbeeld niet alle websites bezoeken die ik wil en het lukt ook lang niet altijd om ongehinderd straatinterviews te doen. Ik merk dus meteen dat ik in een onvrij land leef. Maar een vriend van mij die leraar is op een buitenlandse school, heeft dat niet. Heel wat mensen uit het zakenleven zullen ook zeggen dat het onzin is wat die Van Pinxteren beweert. Ik snap heel goed dat sommige mensen enthousiast zijn over de dynamiek van China, zoals de vorige minister van Verkeer, Carla Peijs. Die riep bij de aanblik van de in ijltempo uit de grond gestampte tweede haven van Shanghai: ‘Kon dat in Nederland ook maar zo snel.’ Als je als ondernemer in de goede hoek zit en iets wilt wat China ook wil, dan kun je daar makkelijk initiatieven ontplooien en heb je minder last van bureaucratie dan in Nederland. Maar als het iets is wat China niet wil, dan zal het je niet lukken."

Meer last heeft de westerling volgens van Pinxteren van zijn eigen ideeën over de Chinese cultuur. Tussen 1998 en 2001 zette ze een economisch steunpunt op voor de Economische Voorlichtingsdienst. Het initiatief in Hangzhou moest de Nederlandse export naar China gaan bevorderen. Van Pinxteren merkte dat ondernemers eerder worden gehinderd door de nogal in zwang zijnde acculturatiecursussen dan dat ze er baat van hebben. "Mensen met een bepaald instinct, kunnen namelijk heel snel heel goed zaken doen. Die voelen wat ze moeten doen en wat ze moeten laten. Dat zijn mensen die zich niet gek laten maken. Niet in China. Niet in Nederland. Maar ook niet in India. Zij handelen op basis van hun eigen gezond verstand in plaats van dat ze zich laten leiden door tweedehands kennis, in de trant van dat ‘relaties’ in China enorm belangrijk zijn of dat je ‘gezichtsverlies’ bij je zakenpartner moet voorkomen. Zakendoen gaat het beste vanuit je eigen logica. Wat overigens niet betekent dat je bot moet zijn of geen oog voor verschillen moet hebben."

Een voorbeeld van iemand die een feilloos instinct heeft voor zakendoen met China, is Henk van der Meijden. Van Pinxteren heeft dat met eigen ogen gezien, toen ze in de jaren tachtig en negentig tolk en vertaler was voor de Chinese circussen die Van der Meijden naar Nederland haalde.

Persoonlijke vrijheid

Tijdens haar studie Chinees woonde ze in de jaren tachtig een paar jaar in China. "De persoonlijke vrijheid voor Chinezen is sinds die tijd enorm toegenomen. In die jaren kregen studenten na hun afstuderen een baan voor het leven toegewezen. Het bedrijf waarbij de partij hen plaatste zou, in ruil voor politiek correct gedrag, zorgen voor huisvesting en alle andere dingen waarvoor wij in Nederland sociale verzekeringen hebben. Deze afhankelijkheid van de staat, maar ook de bescherming dóór de staat, zijn in no time verdwenen. Begin jaren tachtig waren de Chinezen doorgaans erg blij dat ze de vrijheid kregen een eigen toekomst te creëren. Ze hadden de verwachting dat het zou gaan zoals in Amerika, waar de besten het meeste verdienen. Maar in de jaren negentig ging het in China heel anders. Het waren niet de besten die de meeste kans kregen, maar ambtenaren en functionarissen met de beste relaties met de partij. Zij verkochten bedrijven aan zichzelf, stelden daarbij zelf de prijs vast en/of verstrekten de nodige vergunningen aan zichzelf. Vooral in het noorden zijn de mensen met de goede relaties op die manier steenrijk geworden. Het is voor de anderen een enorme desillusie dat zij geen eerlijke kans hebben gekregen. Kon het vroeger nog gebeuren dat kinderen van boeren die heel goed konden leren, toch een beurs kregen. Nu is dat zonder de juiste contacten niet meer mogelijk. De verliezers zijn woedend. Niet omdat ze arm zijn, maar omdat ze geen gelijke kans hebben gehad."

Van Pinxteren heeft de indruk dat de Chinese overheid banger is voor onvrede in de steden dan voor een eventuele bedreiging door de boeren. "Dat is een indruk. Wie weet dat door de huidige voedselcrisis de wal het schip keert en China weer meer investeert in de landbouw. Dat is hard nodig, want het platteland is de afgelopen jaren schromelijk verwaarloosd. In elk geval lijkt de nieuwe president, Hu Jintao, het gevaar van te veel onvrede in te zien. Hij spreekt over een harmonieuze maatschappij, maar het is de vraag of het de Chinezen zal lukken die te ontwikkelen. Het land voert een koorddans-act uit. Het is kwetsbaarder dan wij van de buitenkant misschien denken."

Politieke lessen

Sinds 2001 werkt Van Pinxteren als correspondent. In de loop van 2006 keerde ze vanwege privé-omstandigheden terug naar Nederland. Maar met het oog op de Olympische Spelen en de daarmee samenhangende grote belangstelling voor China, is ze in opdracht van de NOS-radio en -televisie teruggekeerd naar Beijing. Daar zal ze tot eind dit jaar blijven.

Onafhankelijke journalistiek bestaat nauwelijks in China. Een voor Nederlanders onbegrijpelijk verhaal is het voorstel van een chef om journalisten te belonen als hun stukken worden geprezen door de partijleiding en te korten op hun salaris als die leiding ontevreden is. Een journalist die zich hiertegen verzette, kreeg zijn zin door een internetcampagne te starten. Het omstreden beloningssysteem werd niet ingevoerd. De journalist werd een maand later ontslagen.

Van Pinxteren: "China is een bijna principeloze maatschappij geworden. Of er is eigenlijk maar één principe: geld. Er is veel scepsis. Misschien niet zo vreemd in een land waar mensen jaren is gevraagd in principes te geloven. Maar als ze dat dan deden, werden ze gestraft. Zo werden mensen tijdens de campagne ‘laat honderd bloemen bloeien’ in de jaren vijftig aangespoord hardop te zeggen wat ze tegen de partij hadden. Maar toen ze dat deden, werden ze weggezuiverd. Als er ergens een enorm verschil bestaat tussen ideologie en praktijk, is het wel in China."

Niettemin worden er nog steeds politieke lessen door de partij georganiseerd, waar ambtenaren leren hoe zij tegen bepaalde zaken moeten aankijken en hoe ze daarover moeten praten. Van Pinxteren: "Als je met twintig ambtenaren over één onderwerp praat, krijg je twintig keer hetzelfde antwoord. In het begin dacht ik bij nummer één, wat een bijzonder scherpzinnige visie. Maar wat hij zei, bleek hij helemaal niet zelf te hebben bedacht. Het is nog steeds dezelfde methodiek als van voor de economische liberalisaties. De methodiek verandert niet, de inhoud wel. Zo kan het gebeuren dat iemand vandaag totaal vergeten lijkt te zijn wat hij gisteren heeft gezegd."

Anti-CNN beweging

Maar dit alles betekent volgens haar niet dat het er geen pittige, oprechte volkswoede bestaat over de buitenlandse inmenging met China, vooral wat betreft de kwestie Tibet. Bijvoorbeeld wanneer demonstranten naar de Chinese vestiging van het Franse Carrefour oprukken om te protesteren tegen wat er in Parijs is gebeurd met de gehandicapte Chinese atlete die de Olympische vlam droeg. "Maar er zijn ook mensen die zeggen dat ze zich geen oordeel kunnen aanmatigen omdat ze niet weten hoe er in de westerse pers over China wordt geschreven", nuanceert Van Pinxteren het beeld.

"Maar het nationalisme en patriottisme is bij grote groepen ook oprecht. Ze zijn er trots op wat China in economisch opzicht in dertig jaar heeft bereikt. Ze hebben het idee dat het Westen hen niets gunt, of bang is voor de opkomst van China. De overheid wakkert deze gevoelens van nationalisme maar al te graag aan. Vooral ook omdat dit de aandacht afleidt van het onderliggende onderwerp: waarom zijn de Tibetanen niet dankbaar dat ze onder Chinees gezag leven? Ik heb gesproken met de 23-jarige jongen die een beweging tegen CNN heeft opgezet. Hij is oprecht verontwaardigd over de manier waarop CNN het nieuws in zijn ogen manipuleert. Het is schat van een jongen, honderd procent naïef. Hij is te onervaren om te zien dat de Chinese centrale overheid hem misbruikt om een punt te maken. Door hem te laten zeggen wat ze zelf vinden, verkeren ze in een comfortabele positie. Want als het ze niet meer goed uitkomt, kunnen ze zijn opinie terzijde schuiven of hem zelfs afvallen. Meer in zijn algemeenheid kun je stellen dat de meeste Chinezen niets moeten hebben van westerse inmenging. Er is een breed gevoelen van dat het niet aangaat om als ander land te bepalen hoe het in China moet. Chinezen hebben in de negentiende eeuw gezien hoe dat gaat. Er is in China een grote afkeer van westerse missionarissen. Ook al brengen die dit keer geen religies, maar mensenrechten."

Over Annegreet van Bergen

Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden