Toen de Britse auteur Helen Russell naar Denemarken verhuisde, beleefde ze een cultuurshock. Ze was gewend dat haar man pas laat op de avond van zijn werk thuiskwam, maar nu kwam hij al aan het eind van de middag thuis – van zijn werk bij Lego. Ze ging op onderzoek uit, hetgeen resulteerde in het boek The Year of Living Danishly waarover ze vertelt aan Knack: ‘Officieel werken de Denen 37 uur per week, maar recente OESO-cijfers wijzen uit dat dat slechts 33 uur is. En toch is Denemarken bij de productiefste landen van Europa.’
Het geheim van de Denen is efficiëntie, denkt Russell. ‘Eerst dacht ik dat ze lui waren, maar ze zijn gewoon gefocust. Ze bekijken niet elk half uur hun Facebookprofiel tijdens de werkuren. En eerlijk: hoe hard kun je werken als je om zeven uur ’s avonds nog aan je bureau zit? Als je op tijd naar huis kunt om te ontspannen, ben je de volgende dag uitgerust en krijg je veel meer gedaan.’ Daarbij weten ze werk en privé strikt te scheiden, wat voor meer rust zorgt en minder burn-outs.
Een Vlaamse professor die onderzoek deed naar tijdsbesteding waarschuwt in hetzelfde artikel dat het niet allemaal hosanna is, wat betreft de Deense mentaliteit. ‘Werk wordt iets instrumenteels: elke minuut moet renderen, alles wordt gechronometreerd en geëvalueerd. Nochtans kan een lange lunch of koffiepauze belangrijk zijn voor de werksfeer en de motivatie. Nu organiseren bedrijven elk jaar een teambuilding dag, terwijl wij die vroeger elke dag hadden. Ik zie dat jonge collega’s minder uren kloppen dan wij vroeger, maar wel uitgeput zijn omdat hun dagen veel intenser zijn.’