Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat het boek is gebaseerd op een briefwisseling die daadwerkelijk plaatshad in de periode van september ‘44 tot en met juni ’45.
Het betreft voornamelijk de briefwisseling binnen de familie Spaanderman. ‘Met de voedselpositie is ’t hier zeer slecht gesteld en ik moet er geregeld met de fiets op uit, om dikwijls nog zonder thuis te komen.’ De welhaast triviale onderwerpen geven een uitstekend en waarheidsgetrouw beeld van het wel en vooral wee van een ‘doodgewoon’ gezin in de Hongerwinter. ‘Laatste week weer wat rustiger, er werden tenminste geen menschen zoo op straat meer opgepakt, maar je weet niet wat ze nog van plan zijn.’
Samen plaatsten de twee auteurs deze unieke vondst aan brieven in historisch context en geven er een toelichting bij. Overigens is de, in het boek opgenomen stamboom, van grote toegevoegde waarde in verband met de uitgebreidheid van de familie Spaanderman. ‘Wat een verblijdend bericht gisteren middag dat Maastrigt gevallen was, nu hopen we maar dat spoedig meer mag volgen.’ Kortom, een belangwekkend document en een waarheidsgetrouwe getuigenis van het leven van een doorsnee familie tijdens de Hongerwinter.