Internationaal fiscaal recht
Fiscaliteit anders bekeken (Belgisch recht)
Paperback Nederlands 2024 1e druk 9789401420303Samenvatting
Het internationaal fiscaal recht staat bekend als een vakgebied dat tot de moeilijkste domeinen van het fiscaal recht behoort. Het kan omschreven worden als het geheel van fiscale regels die de situaties regelen met een grensoverschrijdend element. Zoals iedere staat zijn eigen internationaal privaatrecht heeft, heeft iedere staat zijn eigen fiscaal recht bestaande uit enerzijds regels van het interne recht en anderzijds regels van internationaal recht.
Dit boek behandelt eerst de dubbelbelastingverdragen aan de hand van het OESO-Modelverdrag, gekoppeld aan de omzetting in diverse bilaterale dubbelbelastingverdragen en de weergave ervan in de Belgische fiscale wetgeving. In het tweede deel van het boek wordt de grondig hervormde belasting van de niet-inwoners geanalyseerd.
Trefwoorden
internationaal fiscaal recht dubbelbelastingverdragen belastingrecht OESO-Modelverdrag belasting van niet-inwoners fiscaal recht vaste inrichting toewijzingsregels woonplaatsbeginsel belastingverdragen bronstaatbeginsel Belgische fiscale wetgeving vermijden van dubbele belasting bilaterale belastingverdragen belastbare grondslag internationale fiscaliteit buitenlandse belastingplichtigen ondernemingswinst Wetboek Inkomstenbelastingen uitwisseling van inlichtingen verrekeningsmethode vrijstellingsmethode non-discriminatie roerende inkomsten beroepsinkomsten nationale fiscale stelsels territorialiteitsbeginsel 183-dagenregel
Trefwoorden
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
U kunt van deze inhoudsopgave een PDF downloaden
DEEL I DUBBELBELASTINGVERDRAGEN 13
Hoofdstuk 1 Inleiding 13
Hoofdstuk 2 Werkingssfeer van de overeenkomst 20
I. Personen op wie de overeenkomst van toepassing is (artikel 1 OESO-Modelverdrag) 20
II. Belastingen waarop de overeenkomst van toepassing is (artikel 2 OESO-Modelverdrag) 22
III. Het territoriaal toepassingsgebied 24
Hoofdstuk 3 Begripsbepalingen (artikelen 3 tot en met 5 OESO-Modelverdrag) 25
I. Algemene definities (artikel 3 OESO-Modelverdrag) 25
II. Het begrip inwoner (artikel 4 OESO-Modelverdrag) 28
A. Dubbele woonplaats natuurlijke personen 30
B. Dubbele woonplaats van entiteiten die geen natuurlijke persoon zijn 30
III. Het begrip ‘vaste inrichting’ (artikel 5 OESO-Modelverdrag) 31
A. De materiële vaste inrichting 35
B. De personele vaste inrichting 39
C. De Diensteninrichting 45
Hoofdstuk 4 Toewijzingsregels van de heffingsbevoegdheid van de verschillende inkomstengroepen 46
I. Inkomsten uit onroerende goederen (artikel 6 OESO-Modelverdrag) 46
II. Ondernemingswinst (artikel 7 OESO-Modelverdrag) 48
A. Winstbepalingsmethoden 50
B. Aftrekbare kosten 56
C. Verhouding met andere artikelen van het OESO-Modelverdrag 57
III. Zeevaart, binnenvaart en luchtvaart (artikel 8 OESO-Modelverdrag) 58
IV. Afhankelijke ondernemingen (artikel 9 OESO-Modelverdrag) 59
V. Roerende inkomsten 66
A. Dividenden (artikel 10 OESO-Modelverdrag) 66
B. Interesten (artikel 11 OESO-Modelverdrag) 70
C. Royalty’s (artikel 12 OESO-Modelverdrag) 72
VI. Vermogenswinst (artikel 13 OESO-Modelverdrag) 73
VII. Inkomen uit tewerkstelling (artikel 15 OESO-Modelverdrag) 75
VIII. Tantièmes (artikel 16 OESO-Modelverdrag) 82
IX. Entertainers en sportbeoefenaars (artikel 17 OESO-Modelverdrag) 83
X. Pensioenen (artikel 18 OESO-Modelverdrag) 87
XI. Overheidsfuncties (artikel 19 OESO-Modelverdrag) 92
XII. Studenten (artikel 20 OESO-Modelverdrag) 96
XIII. Andere inkomsten (artikel 21 OESO-Modelverdrag) 97
XIV. Belastingheffing naar het vermogen (artikel 22 OESO-Modelverdrag) 99
Hoofdstuk 5 Methoden ter vermijding van dubbele belasting (artikel 23 OESOModelverdrag) 101
I. De vrijstellingsmethode 105
A. De taxatievoorwaarde 107
B. Het vermijden van een dubbele verliescompensatie 110
C. Velasquez-doctrine 118
II. De verrekeningsmethode 119
A. Toepassingsvoorwaarden wat betreft het FBB 120
B. De verrekening van het FBB 123
Hoofdstuk 6 Bijzondere bepalingen 128
I. Non-discriminatie (artikel 24 OESO-Modelverdrag) 128
II. Regeling voor onderling overleg (artikel 25 OESO-Modelverdrag) 136
III. Uitwisseling van inlichtingen (artikel 26 OESO-Modelverdrag) 147
A. De uitwisseling van inlichtingen onder het OESOModelverdrag 148
B. De uitwisseling van inlichtingen in een Europese context 151
IV. Invorderingsbijstand (artikel 27 OESO-Modelverdrag) 161
V. Leden van diplomatieke missies en consulaire posten (artikel 28 OESO-Modelverdrag) 167
VI. Gerechtigdheid tot voordelen (artikel 29 OESO-Modelverdrag) 169
VII. Territoriale uitbreiding (artikel 30 OESO-Modelverdrag) 171
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen: de inwerkingtreding en de opzegging van de Verdragen (artikelen 31 en 32 OESO-Modelverdrag) 172
DEEL II BELASTING VAN NIET-INWONERS 175
Hoofdstuk 1 Inleiding 175
Hoofdstuk 2 Aan de belasting onderworpen belastingplichtigen (artikel 227 WIB 92) 177
I. De niet-rijksinwoners natuurlijke personen 178
II. De met niet-rijksinwoners gelijkgestelde personen 182
III. Buitenlandse vennootschappen en entiteiten 186
IV. Buitenlandse rechtspersonen 187
Hoofdstuk 3 De belastbare grondslag (artikelen 228 tot 231 WIB 92) 188
I. Inkomsten van in België gelegen onroerende goederen 188
II. Inkomsten van roerende goederen en kapitalen 192
A. Belastbare roerende inkomsten 193
1. Dividenden 193
2. Interesten 195
3. Inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen 197
4. Inkomsten die begrepen zijn in lijfrenten of tijdelijke renten die geen pensioenen zijn en na 1 januari 1962 onder bezwarende titel zijn aangelegd ten laste van enige rechtspersoon of onderneming 197
5. Inkomsten verkregen uit de cessie of de concessie van auteursrechten en naburige rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties, bedoeld in boek XI van het Wetboek van economisch recht of in overeenkomstige bepalingen in het buitenlands recht 198
B. Niet belastbare roerende inkomsten 200
III. Beroepsinkomsten: winst 203
A. Belastbare winsten 203
B. Winst welke niet door bemiddeling van een Belgische inrichting wordt opgebracht 207
C. De Belgische inrichting 208
D. Niet-belastbare winsten 216
IV. Beroepsinkomsten: baten 216
V. Beroepsinkomsten: winst en baten uit een vorige in België uitgeoefende zelfstandige beroepswerkzaamheid 217
VI. Beroepsinkomsten: bezoldigingen 218
A. Belastbare bezoldigingen 218
B. De 183-dagenregel 222
C. Niet belastbare bezoldigingen 223
VII. Beroepsinkomsten: pensioenen, renten en toelagen 226
VIII. Inkomsten van podiumkunstenaars en sportbeoefenaars 228
A. Belastbare inkomsten 228
B. Niet-belastbare inkomsten 232
IX. Diverse inkomsten 232
X. Vangnetbepaling 237
Hoofdstuk 4 De maatstaf van belastingheffing 240
I. Maatstaf van heffing voor de in artikel 227, 1° WIB 92 bedoelde belastingplichtigen 240
II. Maatstaf van heffing voor de in artikel 227, 2° WIB 92 bedoelde belastingplichtigen 244
III. Maatstaf van heffing voor de in artikel 227, 3° WIB 92 bedoelde belastingplichtigen 245
IV. Bijzonder stelsel voor buitenlandse kaderleden 247
A. De terugbetaling van uitgaven die aan de werkgever eigen zijn 251
B. De bezoldigingen met betrekking tot de in het buitenland uitgeoefende werkzaamheden 253
C. Formaliteiten 255
Hoofdstuk 5 Vaststelling van het nettobedrag van de samen te voegen inkomsten 259
I. De in artikel 227, 1° WIB 92 bedoelde belastingplichtigen 259
II. De in artikel 227, 2° WIB 92 bedoelde belastingplichtigen 260
A. De aftrek voor risicokapitaal 260
B. De aftrek voor innovatie-inkomsten 262
C. De aftrek van beroepskosten 262
D. De overdracht van beroepsverliezen 264
E. Bijzondere regels voor verzekeringsondernemingen die ressorteren onder een andere lidstaat van de Europese
Economische ruimte 266
F. De “Thin Cap” regeling 267
III. De in artikel 227, 3° WIB 92 bedoelde belastingplichtigen 269
Hoofdstuk 6 De berekening van de belasting 270
I. Er is geen aanslagregeling voorhanden 270
II. De aanslagregeling is niet verplicht doch facultatief 271
III. De aanslagregeling is verplicht 273
A. De in artikel 227, 1° WIB 92 vermelde belastingplichtigen 273
1. Belastingplichtigen die in het belastbaar tijdperk in België geen belastbare beroepsinkomsten hebben verkregen die ten minste 75 procent bedragen van het geheel van zijn in het belastbaar tijdperk behaalde of verkregen binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten (‘gewone niet-inwoners’) 273
2. Belastingplichtigen die geen inwoner zijn van een EER-lidstaat en die in België belastbare beroepsinkomsten hebben behaald of verkregen die ten minste 75 procent bedragen van het geheel van de in het belastbaar tijdperk behaalde of verkregen binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten (artikel 243/1 WIB 92) 277
3. De belastingplichtige is inwoner van een andere lidstaat van de EER en heeft in België belastbare beroepsinkomsten behaald of verkregen die ten minste 75 procent bedragen van het geheel van zijn in het belastbaar tijdperk behaalde of verkregen binnenlandse en buitenlandse beroepsinkomsten (artikel 244 WIB 92) 279
4. Opcentiemen (artikel 245 WIB 92) 279
5. De bevoorrechte niet-inwoners 280
6. De toepassing van de gewestelijke belastingregels 282
B. De in artikel 227, 2° WIB 92 vermelde belastingplichtigen (artikel 246 WIB 92) 292
C. De in artikel 227, 3° WIB 92 vermelde belastingplichtigen (artikel 247 WIB 92) 294
OVER DE AUTEUR 297
Anderen die dit boek kochten, kochten ook
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan