Het onderzoek van de onderste extremiteiten

De huisarts wordt veelvuldig geconsulteerd door patiënten met een klacht van het bewegingsapparaat. Van alle diagnoses die de huisarts stelt, is 15% te herleiden tot klachten van het bewegingsapparaat. De meest voorkomende klachten zijn: lage rugpijn, knie-, en schouderklachten (Lamberts, In het huis van de huisarts). Adequaat onderzoek, interpretatie van onderzoeksbevindingen en behandeling van deze klachten, blijkt vaak een struikelblok te zijn. De behoefte aan (na)scholing op dit terrein is derhalve groot.

De bestaande discrepantie tussen hulpvraag enerzijds en hulpaanbod anderzijds roept enkele vragen op. Wordt tijdens de opleiding tot basisarts structureel en in voldoende mate aandacht besteed aan het ‘locomotorisch’ onderzoek? Is er voldoende kennis van de (functionele) anatomie, kinesiologie en pathologie op dit gebied? In hoeverre werkt de complexiteit van het onderzoek ontmoedigend? Werkt het gebrek aan consensus binnen de diverse stromingen verwarrend?

Het is niet de intentie van deze auteurs om een genuanceerd antwoord op deze vragen te geven. Veeleer wordt beoogd de lezer gelegenheid te bieden kennis en vaardigheden op dit terrein uit te breiden en te vervolmaken. Hoewel het genoemde betrekking heeft op de huisartspraktijk, willen wij ons zeker niet tot deze beroepsgroep beperken. Wij menen dat met name medische studenten, maar ook arts-assistenten, fysiotherapeuten (in opleiding) en houdings- en bewegingstherapeuten er hun voordeel mee kunnen doen.